Het pensioen dat u ontvangt als u stopt met werken, noemen we ouderdomspensioen. Daarnaast kennen we in onze pensioenregeling ook nabestaandenpensioen. Zo is er partnerpensioen (en eventueel aanvullend ANW Pensioen) voor uw partner en wezenpensioen voor uw kinderen, wanneer u overlijdt. Ook zijn er aanvullende regelingen, bijvoorbeeld voor als u arbeidsongeschikt raakt.
Partnerpensioen
In onze pensioenregeling is er naast ouderdomspensioen voor uzelf ook pensioen voor uw partner geregeld. Dit heet partnerpensioen. Uw partner ontvangt levenslang partnerpensioen wanneer u overlijdt. Bent u getrouwd of heeft u een geregistreerd partnerschap? Dan hoeft u uw partner niet bij ons aan te melden. Heeft u een samenlevingsovereenkomst? Dan moet u wel uw partner bij ons aanmelden. In Mijn PMT kunt u controleren of uw partner bij ons bekend is. Het partnerpensioen vindt u ook op Mijn PMT of uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO).
Partnerpensioen en uw pensioenaanvraag
Bij uw pensioenaanvraag kunt u ervoor kiezen om het partnerpensioen in te wisselen of te verhogen. In de interactieve video Partnerpensioen leggen we uit wat de verschillende mogelijkheden zijn, zodat u de beste keuze kunt maken. Heeft u geen partner? Dan wordt het partnerpensioen automatisch ingewisseld en ontvangt u een hoger ouderdomspensioen.
Wezenpensioen
Heeft u (minderjarige) kinderen? Dan ontvangen zij bij uw overlijden ook een uitkering van PMT. Dit heet wezenpensioen. Uw kinderen ontvangen deze uitkering dan totdat zij 18 jaar zijn. Daarna ontvangen zij alleen nog een uitkering als ze studeren. Uw kind ontvangt dan tot maximaal 27 jaar een uitkering. U vindt het wezenpensioen op Mijn PMT of op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO).