Contrast
A A
Tekstgrootte
A A A

Nieuwe pensioenregeling voor werkgevers

Vakbonden, werkgevers en de overheid maken samen nieuwe regels voor pensioen. De werkgevers- en werknemersorganisaties hebben afspraken gemaakt over de nieuwe pensioenregeling. Die liggen vast in het transitieplan. Een korte samenvatting voor werkgevers leest u op deze pagina. Wilt u meer uitgebreide informatie? Lees dan het transitieplan.

De 10 belangrijkste afspraken

De regels voor pensioen werkten jarenlang goed. Maar dat is veranderd. Mensen worden steeds ouder en werken niet meer hun hele leven bij dezelfde werkgever. En gaat het goed met de economie? Dan kunnen de pensioenen soms toch niet omhoog. Dat voelt oneerlijk. Daarom wordt het pensioenstelsel vernieuwd, met behoud van het goede. PMT wil de nieuwe pensioenregeling op 1 januari 2026 invoeren. De regeling zoals die er nu is, stopt dan.

Iedere maand betaalt u premie (geld) voor het pensioen van uw werknemers. Dit blijft in de nieuwe pensioenregeling zo. De pensioenpremie blijft 27,98% voor een salaris tot € 89.382 bruto per jaar. Hiervan houdt u bij uw werknemers maximaal 36,74% in, de rest betaalt u. Verdient een werknemer van u meer dan € 89.382 bruto per jaar? En biedt u een aanvullende pensioenregeling? Dan zijn de regels net iets anders. U leest hier meer over in het transitieplan.

De nieuwe regeling noemen we een solidaire premieregeling. In deze regeling leggen werknemer en werkgever samen premie in en bouwt de werknemer een pensioenvermogen op. Als een werknemer met pensioen gaat, wordt dit vermogen omgezet in een levenslange uitkering. In de solidaire premieregeling delen we samen de risico’s, net als nu. Ook wordt al het geld samen belegd, collectief noemen we dat. Hierdoor zijn de beleggingskosten lager. Daarnaast vangen we tegenvallende beleggingen samen op. Hiervoor hebben we een buffer, ook wel de solidariteitsreserve genoemd. In goede tijden bouwen we deze buffer op, zodat we in slechte tijden een daling van de pensioenen kunnen opvangen of verzachten.

In de pensioenregeling zoals die er nu voor u en uw werknemers is, staat de hoogte van de pensioenen van uw werknemers vast. In de nieuwe pensioenregeling staat vast hoeveel premie u en uw werknemers betalen. De pensioenen van uw werknemers blijven in de nieuwe regeling levenslang. Uw werknemers ontvangen dus pensioen zolang zij leven, hoe oud ze ook worden.

U denkt er misschien liever niet over na, maar stel dat een werknemer van u overlijdt. Dan is het belangrijk dat de partner van uw werknemer zich financieel kan redden. Hiervoor hebben wij partnerpensioen in onze pensioenregeling. Partnerpensioen wordt maandelijks uitgekeerd ná het overlijden van uw werknemer.

Overlijdt uw werknemer vóór zijn of haar pensioendatum? Dan is dit de hoogte van het partnerpensioen:

  • De partner van uw werknemer ontvangt levenslang 20% van het salaris waarover uw werknemer pensioen opbouwt.
  • De partner van uw werknemer ontvangt tot de AOW-leeftijd € 5.000 per jaar. Dit is op fulltime basis.
  • Heeft uw werknemer voor de ingangsdatum van de nieuwe pensioenregels al partnerpensioen opgebouwd? Dan tellen we dat op bij bovenstaande 2 bedragen.

Overlijdt uw werknemer als deze met pensioen is? Dan ontvangt de partner ook partnerpensioen. Dit bedraagt dan 50% van het ouderdomspensioen dat uw werknemer op dat moment ontvangt. Deze afspraak is hetzelfde als voor de ingangsdatum van de nieuwe pensioenregels.

Heeft een werknemer kinderen? Dan ontvangen zij mogelijk een uitkering van PMT als de werknemer overlijdt. Dit heet wezenpensioen. Dit is de hoogte van het wezenpensioen:

  • De kinderen ontvangen tot ze 25 jaar zijn 10% van het salaris waarover de werknemer pensioen opbouwt.
  • Is de (ex-)partner van de werknemer ook overleden? Dan ontvangen de kinderen tot ze 25 jaar zijn 20% van het salaris waarover de werknemer pensioen opbouwt.
  • Heeft de werknemer voor de ingangsdatum van de nieuwe pensioenregels al wezenpensioen opgebouwd? Dan tellen we dat op bij bovenstaande 2 bedragen.

Raakt een werknemer gedeeltelijk of volledig arbeidsongeschikt? Dan blijft de werknemer in de nieuwe pensioenregeling pensioen opbouwen. Dit noemen we premievrij pensioen opbouwen. Hoeveel een werknemer premievrij mag opbouwen, hangt af van het percentage dat de werknemer arbeidsongeschikt is. Premievrij opbouwen kan voor maximaal 70% van de pensioenpremie. Voor het partner- en wezenpensioen geldt een premievrijstelling van maximaal 100%. Ook hierbij hangt het percentage dat de werknemer premievrij opbouwt, af van de mate waarin deze arbeidsongeschikt is.

De sociale partners willen graag dat de nieuwe pensioenregeling geldt voor alle pensioenen. Dus ook voor het partner- en wezenpensioenen. Partner- en wezenpensioen dat werknemers opbouwden in de regeling zoals die er nu nog is, wordt opgeteld bij uitkeringen van de nieuwe regeling. Dat betekent dat alle pensioenen in 1 keer overgaan naar de nieuwe regeling. Hiermee zorgen we ervoor dat we collectief pensioen goed regelen en de risico’s en kosten samen delen.

Bij de overgang naar de nieuwe pensioenregeling kijken we goed naar de gevolgen. Bouwt een werknemer (premievrij) pensioen op en gaat het verwachte pensioen in de nieuwe regeling erop achteruit? Dan ontvangt de werknemer mogelijk eenmalig een compensatie. De hoogte van de compensatie hangt onder andere af van de leeftijd van de werknemer. De compensatie wordt betaald uit de buffers van PMT.

De nieuwe regels zorgen ervoor dat pensioen sneller omhoog kan als het economisch goed gaat. In slechte tijden kan het ook omlaag gaan. Dit soort bewegingen worden wel minder groot als een werknemer (bijna) met pensioen gaat. En daar is een belangrijke reden voor. Jongere werknemers hebben meer tijd om tegenvallers in de beleggingen op te vangen dan oudere werknemers of gepensioneerden. Daarom nemen we steeds minder risico met de beleggingen naarmate werknemers ouder worden. Hierdoor wordt hun pensioen stabieler.

Goed om te weten: tegenvallende beleggingen kunnen we ook op andere manieren opvangen of verzachten. Bijvoorbeeld door een buffer op te bouwen in goede jaren (de ‘solidariteitsreserve’). Hiermee vangen we tekorten in slechtere jaren op. Zo zorgen we er dus ook voor dat de pensioenen van gepensioneerden zo stabiel mogelijk blijven én zo min mogelijk meebewegen. Dat meebewegen gebeurt niet meer dan 1 keer per jaar.

Nieuws over de nieuwe regeling

21 februari 2025

Gezamenlijke reactie op voorstel aanpassing nieuwe pensioenstelsel

Politieke partijen NSC en BBB dienden onlangs een voorstel bij de Tweede Kamer in om het vernieuwde pensioenstelsel aan te passen. Zij pleiten onder andere voor een referendum over de overgang naar het vernieuwde pensioenstelsel. PMT reageert in de onderstaande reactie op dit voorstel samen met de pensioenfondsen ABP, PFZW, PME en bpfBOUW.

Lees artikel
19 februari 2025

5 vragen over het pensioen voor je partner

U denkt er misschien liever niet over na, maar stel dat u overlijdt. Dan wilt u dat uw partner zich kan redden. Daarvoor hebben wij partnerpensioen in onze pensioenregeling. Dit pensioen ontvangt uw partner wanneer u overlijdt. Wilt u meer weten over de hoogte van het partnerpensioen? Of wat de nieuwe pensioenregels betekenen voor het partnerpensioen? Dat leest u in dit artikel.

Lees artikel
28 januari 2025

5 vragen over de rol van werkgevers

Voor werkgevers in de sector Metaal en Techniek zijn collectieve arbeidsvoorwaarden afgesproken door de vakbonden en werkgeversorganisaties (de sociale partners). De pensioenregeling van PMT is zo’n arbeidsvoorwaarde. Uw werkgever meldt u bij ons aan als u in dienst komt. Maar uw werkgever doet nog meer. Ook voor de nieuwe pensioenregeling. U leest er alles over in dit artikel.

Lees artikel

Voor u beschikbaar