De nieuwe regels zorgen ervoor dat pensioen sneller omhoog kan als het economisch goed gaat. In slechte tijden kan het ook omlaag gaan. Dit soort bewegingen worden wel minder groot als een werknemer (bijna) met pensioen gaat. En daar is een belangrijke reden voor. Jongere werknemers hebben meer tijd om tegenvallers in de beleggingen op te vangen dan oudere werknemers of gepensioneerden. Daarom nemen we steeds minder risico met de beleggingen naarmate werknemers ouder worden. Hierdoor wordt hun pensioen stabieler.
Goed om te weten: tegenvallende beleggingen kunnen we ook op andere manieren opvangen of verzachten. Een stabiel pensioen is en blijft een belangrijk uitgangspunt. Zo nemen we voor gepensioneerden minder beleggingsrisico. Daarnaast hebben we een buffer, ook wel de solidariteitsreserve genoemd. In goede jaren vullen we deze buffer aan. Met deze buffer vangen we tekorten in slechtere jaren op die mogelijk leiden tot een verlaging van de pensioenen. Ook spreiden we de gevolgen van economische schommelingen over 3 jaar. Wel geldt dat bij een economie die vele jaren achter elkaar slecht gaat de pensioenen verlaagd worden, net zoals nu. De kans op een verlaging wordt met de nieuwe pensioenregeling kleiner.