Voor de tweede keer dit jaar kunnen we een verhoging van de pensioenen van onze (ex)deelnemers en gepensioneerden aankondigen. Vorige maand schreven we al over de kans op het verhogen van de pensioenen in 2023. Die kans hebben we nu ‘gepakt’, mede dankzij de regeling waarmee we vooruit kunnen lopen op het nieuwe stelsel.
Tweede indexatie van 4,2%
We hebben met ingang van 1 oktober de pensioenen geïndexeerd met 1,29% en nu hebben we besloten om met ingang van 1 januari 2023 de pensioenen wederom te verhogen met 4,2%. Dat is bij een pensioenuitkering van €700,- structureel ongeveer €30,- per maand erbij voor onze gepensioneerden. Onze (ex)deelnemers zien de verhoging terug in hun opgebouwde aanspraken.
Maximale toegekend
We weten maar al te goed dat het bij elkaar opgeteld niet de volledige inflatie van 12,4% compenseert, maar samen met de verhoging van de AOW van 10% helpt het onze gepensioneerden wel. Zij merken het uiteindelijk direct in hun portemonnee. Wij hebben in ieder geval het voor ons maximaal haalbare toegekend.
Vaststellen van de indexatie: waar kijken we naar?
Hoe we de hoogte van de indexatie hebben bepaald lichten we graag nog een keer toe.
Bij het vaststellen van de hoogte van de indexatie kijken we naar de prijsstijging in de periode juli-juli van het voorgaande jaar. Dit wordt de referteperiode genoemd. De tussentijdse indexatie van 1,29% per 1 oktober 2022 was gebaseerd op de prijsstijging in de periode 1 juli 2020 tot 1 juli 2021. Toen was de inflatie nog laag, namelijk 1,29%. Dus konden we over deze periode de pensioen verhogen met hetzelfde percentage als de inflatie.
Geen volledige indexatie
De prijsstijging in de periode 1 juli 2021 tot 1 juli 2022 ligt op 12,4%. Onze dekkingsgraad was eind oktober 2022 niet toereikend genoeg om een volledige indexatie toe te kennen, maar we wilden wel voor het maximaal haalbare gaan. De nood is hoog onder gepensioneerden en daar wilden en konden we bij het nemen van een besluit onze ogen niet voor sluiten. We hebben heel goed nagedacht en het besluit om 4,2% te indexeren weloverwogen genomen, waarbij we ons realiseren dat we hiermee de kans op een verlaging van de pensioenen in de toekomst vergroten. Maar het moest nu! We hebben jaren gezocht naar wegen om de pensioenuitkeringen eerder te verhogen. Nu het eindelijk kon, hebben we het ook gedaan!
Waarom niet meer dan 4,2%?
Misschien denkt u nu toch nog ‘het maximaal haalbare, waarom is dat niet meer dan 4,2%?’ Dat heeft onder andere te maken met de ruimte die we hadden om te indexeren. Zo mag je in de huidige wet pas indexeren bij een dekkingsgraad vanaf 110%, maar vooruitlopend op de Wet Toekomst Pensioenen is er een tijdelijke versoepeling met de mogelijkheid om te indexeren als de dekkingsgraad hoger is (en na indexatie blijft!) dan 105%.
Indexeren in de toekomst
We hebben uitvoerig stilgestaan bij de bepaling van de hoogte van de indexatie en uiteindelijk besloten om niet hoger te indexeren dan 4,2% om zo de kans op verlagen in de toekomst niet nóg verder te vergroten. Dat is óók in het (toekomstig) belang van onze deelnemers en gepensioneerden. We hebben namelijk nog 3 jaar te gaan voor het nieuwe stelsel ingaat en we willen in die tussenliggende periode - als het even kan - de kans houden om weer te indexeren.
Dat hangt natuurlijk af van hoe we er dan financieel voorstaan en hoe de koopkracht zich ontwikkelt. Daarnaast moeten we ook nog rekening houden met zaken voor de toekomst, zoals bijvoorbeeld de compensatie voor de afschaffing van de doorsneesystematiek en uiteindelijk hoe en met welke reserves we straks willen en kunnen overstappen naar het nieuwe stelsel. Wij hebben op dit moment in ieder geval gedaan wat we kunnen, met het belang van onze deelnemers en gepensioneerden voorop.
Jos Brocken, werknemersvoorzitter PMT
Terry Troost, werkgeversvoorzitter PMT